“Nee, ik kom eigenlijk heel weinig in een museum. Vroeger dacht ik altijd, dat ik het daar veel te druk voor had. En tegenwoordig ben ik het liefste thuis, ik kom eigenlijk nergens meer. Jullie hebben me nu meegenomen naar het museum met al die achten in de naam, het museum in het oude klooster voor mannenbroeders in het midden in Drachten, vlak bij de Lawei. Daar heb ik vaak opgetreden. Wat hier hangt en staat, vind ik eigenlijk wel hartstikke mooi hoor. Leuk. Misschien moet ik toch eens vaker naar een museum.”
Best leuk zo’n museum
Anneke Douma moet dan wel een beetje wat opschieten, want in november wordt ze alweer tachtig jaar. Sinds haar veertiende staat ze op de Friese podia als zangeres. Ze kwam daardoor ook veel in het buitenland. Want de Friezen, die daarheen emigreerden, waren haar liedjes en songs niet vergeten. Anneke Douma werd beroemd met haar Elfstedenlied ‘Bonkefeart’ en ze wordt nog wekelijks bezongen in het Cambuurstadion in Leeuwarden met haar onvergetelijke ‘Woanskip’; het onofficiële volkslied van de hoofdstad bewoners.
Anneke Douma zegt wel dat ze geen vaste museumbezoekster is, maar het blijkt dat ze best in het Fries Museum is geweest. “En fansels yn it Jopie Huisman Museum yn Warkum”. Ze komt nu op een geweldig moment in het Museum Dr8888. Daar hebben ze namelijk twee exposities van twee kunstenaars die uit Drachten of de buurt kwamen.
Rinsema
Eerst kom je in het schoenmakerswinkeltje van de gebroeders Thijs en Evert Rinsema op de Zuidkade van Drachten rond 1900. Schoenmakers die ook schilderden, met name de oudste broer Thijs. Samen met onder andere Theo van Doesburg waren ze de voorvaderen van een nieuwe kunstvorming, de Stijl. Dat uiteindelijk ook in Drachten uiterlijke kenmerking kreeg, in de manier van schilderen van huizen met van die gekleurde vierkanten en rechthoeken.
Het werk van Theo van Doesburg, die er mede voor zorgde dat Thijs Rinsema schilderde in de richting van de nieuwe kunstvormen de Stijl en Dada. Die werken zijn de basis van de expositie van Rinsema in Museum Dr8888. Daarmee worden de gratis-binnenkomende bezoekers straks in november verwend. Anneke Douma nu al.
“Is dat wurk allegear fan ien man? Dêr sit dochs wol in hiel soad ferskil in”. Klopt Anneke, de stijl van Thijs Rinsema, die begon met het schilderen van voetballertjes van de net-opgerichte voetbalclub Drachten, ontplooide zich -net als bij vele andere schilders- doorlopend tijdens zijn werk.
Imposant
“Hiel moai, alles allegear sa by elkoar”. De werken van Thijs Rinsema kloppen op de tot nog toe gesloten deur van Anneke Douma, maar ook het verhaal van de Rinsema’s in de bijschriften op de museumwanden. “Imposant, dat wist ik allegear net”. Het is ook wel logisch dat ze Rinsema niet gekend heeft, hij stierf toen Anneke twee, drie jaar was. Bovendien komt Anneke Douma uit Moarre Lioessens, waar ze in 1944 ver van Drachten, werd geboren.
Ze kijkt evenwel niet naar haar jeugd terug. Daar heeft ze geen zin meer in, dat zijn wat onprettige herinneringen. “Mar dat hat west, net mear oer prate”. Dat doet ze eigenlijk ook niet meer over haar indrukwekkende zangerescarrière al vanaf haar veertiende jaar. “Dat hat ek west”. Maar als er een bezoeker in het museum haar aanspreekt op haar zangkwaliteiten (‘jo wienen tús yn wol fjouwer oktaven’) begint ze toch te glimmen.
Een paar jaar terug heeft ze gezegd niet meer te willen optreden, ook al omdat ze aantal malen aan haar stembanden geopereerd moest worden. “It koe net mear”. Slechts zo nu en dan zingt ze nog wel eventjes als vrienden dat vragen, ook al omdat ze het niet kan laten. Ze heeft nooit anders gedaan.
Kerstmusical
En tegen al haar eigen verstand in, is ze momenteel ook bezig om straks rond de Kerst mee te doen aan de traditionele musical in het Posthuis van Heerenveen. Samen met regisseur Teunis Plantinga en acteur Gerrit Haaksma, die haar dan ophalen, gaat ze nu al regelmatig oefenen. “En dan is it yn it buske al gesellich”.
En dat zegt Anneke Douma, die in haar leven al zoveel heeft beleefd op podia en op de weg daarnaartoe. Gezelligheid en sfeer, dat was in haar leven namelijk heel belangrijk geworden. Ze zou er uren over kunnen vertellen, maar dat doet ze niet meer. Het was mooi en dat is het dan. Maar er moet later toch ook wat van haar in een museum te vinden zijn? Ze kijkt verbijsterd, verward. “Dat soe’k echt net witte”. En dan resoluut: “Ach der hoecht neat fan my yn in museum, wa hat dêr no belang by”.
Doorredenerend komen we er toch op uit dat een museum waarin alle muziek van de Friese artiesten te vinden zou zijn, toch maar opgericht moet worden. “Krekt fan sa’n man as Rients Gratama soe dochs alles fan te finen en te hearren wêze moatte”. En van Anneke Douma ook…… Ze grijnst bescheiden, maar knikt. Een mooi sankjesmuseum. Niet in grote plaatsen, maar ergens mooi op het platteland. “Moarre Lioessens?”. Ze knikt weer.
Rusticus
Dan zijn we in Museum Dr8888 intussen terecht gekomen in de andere bovenverdieping. Een expositie van het werk van Jan Rusticus; schilder en beeldkunstenaar uit Buitenpost. “Dat is wer hiel oars, ek wol moai wurk hear”. Anneke wordt echter weer helemaal Anneke als ze leest dat Jan Rusticus omkwam bij de tornado die Ameland trof in 1972. Daar wordt ze dan weer emotioneel van. “Ja dat wit ik noch wol dat dy tornado der wie. Goh, is dy man dêr by omkaam, wat ferskriklik”.
Iemand van bijna tachtig jaar oud, voor wie het bezoek aan een museum vrijwel een nieuwe fase is. “Ik kaam der noait, mar it moat dochs sa no en dan mar wêze”. Anneke Douma leefde ook cultureel, maar dan in schouwburgen, theaters, dorpshuizen. Kroegen ook. “Dêr kaam ik in soad. Altyd wille, altyd feest”. En ze ziet zichzelf nog wel eens terug dat ze op de tafel stond en een feestelijk lied de kroeg in slingerde.
Ja, ze heeft net als Rinsema en Rusticus ook veel variatie aangebracht in het werk waarmee ze de mensen vermaakte. Anneke zong diverse verschillende categorieën muziek. Maar er was niet aan te ontkomen dat ze met it Woanskip op de Bonkefeart moest varen. Gedragen op handen van ‘haar’ Friese publiek.