Rond 1920 vinden de nieuwe kunststromingen De Stijl en Dada hun weg naar Drachten door een bijzondere vriendschap tussen architect en schilder Theo van Doesburg en twee broers uit Drachten: Evert en Thijs Rinsema.
Gebroeders Rinsema
Evert Rinsema is dichter. In 1920 verschijnen zijn aforismen ‘Verzamelde volzinnen’ als uitgave van De Stijl. Thijs Rinsema is schilder. Hij schildert het liefst eenvoudige alledaagse voorwerpen die hij modelleert naar de principes van het kubisme en De Stijl. Thijs is net als zijn broer Evert autodidact. Evert en Thijs Rinsema leren de Duitse dadaïst Kurt Schwitters kennen via Theo van Doesburg. In het voorjaar van 1923 staat er een kleine advertentie in de Drachtster Courant met de tekst: ‘Een Dada avond, door K. Schwitters, vrijdag 13 april, 8 uur ’s avonds, entree Fl. 1,-. De Phoenix in Drachten’. Het is een kleine maar opvallende advertentie, die net als het Dada-affiche van Van Doesburg, is gedrukt in een mengeling van hoofdletters en kleine letters. Die avond klinkt de Ur-sonate van Kurt Schwitters.
Kurt Schwitters
Nieuw in de collectie is dit klassiekere werk van Kurt Schwitters (1887-1948). Deze dada-kunstenaar heeft een klassieke opleiding gehad en viel in tijden van (financiële) nood daar op terug. Tijdens de economische crisis in Duitsland komt Kurt voor opdrachten naar Nederland. Hij logeert dan graag bij de gebroeders Rinsema in Drachten. In die periode schildert Kurt een stadsgezicht van de Dwarsvaart in Drachten. Hij schenkt het aan zijn vriend Thijs als dank voor de mooie tijden die ze samen doorbrachten met het maken van collages en collagedoosjes.