Gitte Brugman schreef als freelance schrijfster én fotografe over de zes kunstenaars van Stroomopwaarts.
Afgelopen week werd zijn grote installatie in Forum in Groningen feestelijk geopend. Drie enorme druppelvormige installaties, hangen er in het atrium. Onderin de breedte van de druppel zitten respectievelijk 24, 16 en 12 potten met stokbonen. Die zullen straks metershoog klimmen, zodat er een levende, groene sculptuur ontstaat. ,,Die geven vervolgens vruchten en sterven weer af.’’
Landschapskunstenaar Vrij werkt in zijn installaties vaker met de cyclus van leven en dood. Hij reageert op de omgeving, waarin hij wordt uitgenodigd. Zijn ingrepen moeten zich verhouden tot de (buiten)ruimte. ,,Je hebt altijd te maken met schaal en met zichtlijnen.’’
Stroomopwaarts is in die zin een andersoortig project. ,,We hebben grote vrijheid en geen duidelijke richting of plek. Dat is in het begin een beetje zwemmen.’’ Een maand is bovendien niet heel lang om ‘te mijmeren en alles te laten beklijven’. Toch doet hij mee, uit een soort hang naar avontuur. ,,Ik leer door dingen te doen, door nieuwe ontmoetingen. Creëren is ook interessant, maar het gaat mij om wat ik onderweg beleef.’’
Hij is voortvarend van start gegaan. Hij heeft gesproken met directeur Han Steenbruggen van Museum Belvédère, het museum waaraan hij is gekoppeld. Hij heeft overleg gevoerd met medewerkers van Staatsbosbeheer, en het is hem gelukt een afspraak te maken met een boswachter. Die neemt hem mee in een bootje, De Deelen in. Hier laat hij zich voorlichten over de pogingen de petgaten weer langzaam te laten dichtgroeien, met krabbenscheer bijvoorbeeld.
,,De rode draad in mijn werk is ritme. Dat zit hier veel in het landschap’’, zegt hij. Denk bijvoorbeeld maar aan de petgaten en legakkers, waarop vroeger de natte baggerturf (baggel) te drogen werd gelegd. ,,Of in de bomenlanen.’’ Als je met dat oog om je heen kijkt, zie je steeds meer ritme.
Stroomopwaarts vraagt de kunstenaars een verbinding te maken met de geschiedenis van het gebied. ,,Het is interessant die naar de tegenwoordige tijd te brengen. Kijk, de veenafgravingen waren destijds natuurlijk een heel zichtbare industrie. Wat is een vergelijkbare industrie nú? Wat oogsten we nu uit het land?’’
Zo denkend heeft hij al enkele ideeën, maar die geeft hij nog niet weg. Het wordt in elk geval een ingreep die zijn verhaal en onderzoek vertelt.