De Boogschutter
De Boogschutter (1921) is een bijzonder ontwerp van Theo van Doesburg (1883-1931) uit de collectie van Museum Dr8888. De ontdekking van deze blauw-zwart-witte tekening leest als een ware thriller.
Het werk was in het bezit van C.R. de Boer, gemeentearchitect van Smallingerland. Hij werkte begin vorige eeuw samen met Van Doesburg bij het ontwerp van een woonwijk in Drachten. De boogschutter zou model staan voor de latere glas-in-loodramen in de Rijkslandbouwwinterschool. Het motief van de boogschutter verscheen voor het eerst in 1917. Van Doesburg maakte het als ontwerp voor een kaasetiket.
In 2011 biedt een particulier het ontwerp te koop aan. Eerder was het door een Van Doesburg-specialist als twijfelachtig bestempeld. De kunstenaar zou bijna nooit twee keer eenzelfde werk maken en het ontwerp was reeds in bezit van het Szépművészeti Múzeum in Boedapest. Museum Dr8888 start een onderzoek. Nadat de herkomst was getraceerd werd de correspondentie tussen de twee mannen onder de loep gelegd. Wat blijkt? Er zijn inderdaad twee Boogschutters. Van Doesburg maakte speciaal voor de vrouw van De Boer, die zeer gecharmeerd was van het werk, een nieuw exemplaar. De Rijksdienst Cultureel Erfgoed heeft uiteindelijk nog de pigmenten en het papier onderzocht. De conclusie: de Boogschutter is een authentieke Van Doesburg.
De stijlkamer van Thijs Rinsema
De woning van Thijs en Nel Rinsema aan de Zuidkade, onderscheidt zich voor 1920 qua inrichting niet van andere woningen uit die tijd. Dat verandert ingrijpend nadat Thijs in 1921 een beeldje van Archipenko heeft gekocht. Een beeldje dat ‘niets in zijn omgeving duldt.’ Zijn kamer was te vol, daar moest de bezem door. Thijs zijn atelier ondergaat een complete metamorfose, geïnspireerd door het gedachtegoed van De Stijl. Als hij in 1922 een schilderij ‘met zuiver geel’ van Theo van Doesburg koopt, schrijft hij hem dat het ‘in goed gezelschap komt’. Dat ‘goede gezelschap’ is zijn in primaire kleuren geschilderde atelier, ‘met geheel gele zoldering’! Vervolgens is het ‘winkeltje’ naast zijn werkkamer aan de beurt. Zowel toonbank, als schoenenkast en etalage worden blauw geschilderd. Thijs heeft de smaak te pakken en ontwerpt tot slot nog een serie Stijl-meubels voor zijn kamer, waardoor een soort Gesammtkunstwerk ontstaat. Meubelmakerij Van Eeken maakte de meubels, maar schilderen deed Thijs ze zelf. De ladekast met vierkant ijzeren sluitwerk in de kleuren grijs, zwart en wit en de tafel, twee rechte stoelen, een rookstoel en een luie stoel, in grijs, zwart, wit, rood en geel.
Een vriendschap rondom afval…
“Wir denken noch gern an alles in Drachten, es war verschrikkelig moy dort.” Dit opmerkelijke citaat komt van een ansichtkaart van Kurt Schwitters (1887-1948). Daarin schrijft de bekende Duitse dadaïst over zijn tijd in Drachten. Via Theo van Doesburg werd hij geïntroduceerd bij de gebroeders Rinsema en bij de Dadasoiree in 1923 moeten ze elkaar daar voor het eerst getroffen hebben.
Thijs Rinsema was direct gefascineerd door de plaksels die Schwitters al sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog maakte. Merz noemde hij zijn kunstwerken, afgeleid van een tekstfragment dat hij vond op een krantenknipsel van de Kommerzbank dat hij gebruikte voor een collage.
Al snel fietsten Kurt en Thijs naar de Beetsterzwaagster bossen. Daar zochten ze naar papiertjes, treinkaartjes, zakjes, lege sigaretten- en sigarendoosjes. De verzamelde buit ging mee naar huize Rinsema aan de Zuidkade in Drachten. Daar werden de papiertjes op het echtelijk bed uitgestort en gesorteerd om er collages van te maken. Behalve papieren collages ontwierpen Rinsema en Schwitters ook collagedoosjes. De houten doosjes werden beplakt met gekleurde stukjes fineer en vervolgens gepolitoerd. In tegenstelling tot de gewone collages, deden de doosjes het goed in de schoenwinkel van de Rinsema’s. Dat de doosjes ook een gebruiksfunctie hadden, maakte ze tot populaire koopwaar.
Het Van Doesburg-Rinsemahuis: avant-garde kunst in Drachten
In september 1920 maakt Theo van Doesburg kennis met de Drachtster architect Cees Rienks de Boer die op dat moment werkt aan een rij middenstandswoningen. De gemeentearchitect vraagt Van Doesburg om kleuradviezen voor het in- én exterieur van de woningen. Die kans laat Van Doesburg niet voorbij gaan. Hij legt zijn ideeën gedetailleerd vast op grote tekeningen en adviseert om de buitenkant van de woningen te voorzien van ‘pittige’ kleuren: rood, geel en blauw. Ook de binnenkant is geheel in kleur ontworpen. De woningen deden in Drachten zoveel stof opwaaien, dat ze na de oplevering geleidelijk weer werden overgeschilderd, zodat ze zich niet meer van andere huizen onderscheidden.
Sinds de opening in 2018 exploiteert Museum Dr8888 in samenwerking met de Stichting Van Doesburg-Rinsemahuis museumwoning het Van Doesburg-Rinsemahuis. In deze woning zijn de kleuradviezen van Theo van Doesburg voor interieur en exterieur geheel volgens zijn ontwerpen toegepast: de bezoeker waant zich in een driedimensionaal Stijlschilderij.
Voor het tot stand komen van de woning is er uitgebreid kleur- en bouwhistorisch onderzoek verricht. Uiteindelijk kon het Van Doesburg-Rinsemahuis in al zijn glorie opgeleverd en opengesteld worden. In 2019 is aan het Van Doesburg-Rinsemahuis de status van Rijksmonument toegekend. Het vormt een zeer waardevolle aanvulling op de al bestaande Stijl/Dada-collectie van Museum Dr8888.